Op pad met de voetballen

6 maart 2019 - Serekunda, Gambia

We hebben vanochtend Patteh afgesproken om met de voetballen naar een paar schooltjes te gaan. We nemen zes ballen mee die de kinderen, per schoolbezoek, in het taxibusje oppompen. De overige ballen bewaren we voor  later deze week. Mede ook omdat de kinderen hier tot 13.00 uur naar school gaan en het geen 'ren-je-rot-show' moet worden. Daarbij komt dat het hier 's middags zo vreselijk heet is dat we dan beter aan het zwembad kunnen liggen. Zeker met de kinderen is dat een zeer prima combinatie. 

Patteh stopt langs de hoofdweg bij een school waarvan hij aanvankelijk denkt dat het een kleine school is. Binnen de muren van het terrein blijkt het tegendeel waar, alleen kunnen we voor ons gevoel nu niet meer terug. Patteh spreekt het schoolhoofd aan en vertelt hem wat we komen doen. We worden welkom geheten en lopen mee naar zijn kantoor. Onderweg vangen we een glimp op van de klaslokalen en het ziet er hier allemaal keurig en gedisciplineerd uit. Een enkel kind zwaait enthousiast en slaat vervolgens zijn hand geschrokken voor zijn mond, omdat het blijkbaar niet de bedoeling is dat je je laat afleiden. In het kantoor van het schoolhoofd worden we nog een keer of drie welkom geheten en Teunis vertelt wat we komen doen. 
De man zegt blij te zijn met de gift van de kinderen en dat ze de ballen morgen mooi kunnen gebruiken bij de sportdag. Heel eerlijk gezegd heb ik mijn twijfels en zal het me niet verbazen als de ballen straks te koop worden aangeboden op de markt. Even ben ik geneigd de kinderen maar één bal te laten overhandigen, maar besef me dat ik dat niet kan maken. Laten we er maar het beste van hopen. Voor de vorm maken we op uitnodiging van het schoolhoofd een foto en vertrekken weer. 

We vragen aan Patteh of hij wat echt kleine schooltjes kent die de hulp van buitenaf echt hard nodig hebben en zo vervolgen we onze weg naar de volgende school. We raken wat verder verwijderd van de stad en komen komen aan bij een volgende school. Aan de buitenkant zou ik het nooit herkend hebben als school, maar zodra we de stoffige open plaats op keren komt het geluid met volle kracht tegemoet. Uit, een drie lokalen tellend, gebouw komt een geschreeuw van jewelste, want er zijn 'Toebabs' opgemerkt. We vragen Patteh om ons voor te gaan en de reden van onze komst aan te kondigen. Het voelt goed om met enige gepaste afstand hun terrein te betreden. We zijn immers buitenlanders en willen niet als  grote weldadigers overkomen. 

We voelen ons zeer welkom en worden uitgenodigd in één van de klassen. Het is een oud lokaal met amper schoolmateriaal. De schoolbanken zijn vermoedelijk een grote luxe.  Bij het binnen komen vallen schoolbanken om terwijl de schoolkinderen met een hoop kabaal langs elkaar heen dringen om ons aan te raken en handjes te schudden. Natuurlijk zijn hun ogen al op de voetballen gevallen toen we nog in het busje zaten. Een oudere man in traditioneel Afrikaans gewaad, vermoedelijk het schoolhoofd, krijgt ze niet in bedwang en een jongere meester moet eraan te pas komen. Het valt ons op dat er stokken worden gebruikt  om orde te scheppen. 
We laten Patteh het woord doen en het vermeende schoolhoofd reageert verheugt. De man wijst een kind aan in de klas dat de bal mag aannemen en ook hier volgt een formeel fotomoment. 

De andere bal gaat naar een andere klas en we worden weer zeer hartelijk ontvangen. De meester, die Engels spreekt, legt ons uit dat dit een groot geschenk is, omdat ze hier geen spelmateriaal hebben en ze zijn ons heel erg dankbaar voor de gift. Hierdoor kunnen de kinderen in de pauze spelen. Hij bedankt ons nogmaals en ook hier wordt een kindje uitgekozen dat de bal mag aannemen. Teunis krijgt er niets van mee, omdat hij bij de ingang van de vorige klas honderd handjes staat te schudden. Stijn geeft het kindje de bal en we bedanken de meesters dat we welkom waren. Het was een mooi bezoek, omdat we hier een kleine bijdrage hebben kunnen leveren aan datgeen waar echt behoefte aan is. Al zijn het kruimeltjes, het is fijn om iets te kunnen doen. 

We gaan op weg naar het derde en laatste schooltje.

We komen voorbij Brufut en vervolgen onze rit over binnenwegen. Niet één is er verhard, het zand stuift alle kant op. Ik zie steeds waziger door het stof op mijn zonnebril en heb geen idee waar deze weg ons naartoe leidt. Onderweg vertelt Patteh ons dat wanneer je hier een stuk grond koopt je het moet omheinen met een lage rij stenen, omdat de landlord het anders nog een keer verkoopt. Het verklaart voor ons waarom er om veel braakliggend terrein een lage muur gebouwd is. Verder praten we over de verschillende stammen en geloven in Gambia. Het is een zeer tolerant land. Binnen één familie kunnen zowel moslims als christenen leven, vertelt hij.  En met kerst denk je dat heel Gambia christen is. Grappig! Vieren is voor hen onafhankelijk van het geloof. 

Tijdens het oppompen van de laatste twee ballen komen we erachter dat één bal lek is. Volgens Patteh is dit geen enkel probleem, want men is met alles blij. Ik voel me er wel echt rot over.

Na een ruime tijd hobbelen en schudden over binnenweggetjes komen we een viertal dames tegen die zich aan de kant van de weg hebben verzameld. Pateh vraagt of er een schooltje in de buurt is en voor we het weten drommen er allemaal kinderen om het taxibusje heen. 
Ik steek mijn hand buiten het schuifraam om de vragende handen te beantwoorden met mijn hand. Teunis doet hetzelfde en bij ons allebei worden er gretig handjes geschud. Het enthousiasme is enorm en even ben ik bang dat ze mijn arm da'lijk nog uit de kom trekken. Hier blijkt een schooltje te zijn. 
We stappen uit en ik bescherm Sarah tegen het enthousiasme van de jongetjes. Ze willen ons allemaal aanraken, omdat de huid van een blanke anders voelt dan die van hen. Het is ons duidelijk dat ze hier niet heel vaak mensen van buiten het dorp zien.

Op de compound staat een met zand gebouwde en cement afgewerkt gebouwtje met een golfplaten dak, de omheining bestaat uit niet meer dan een gammel houten schutting. Het stelt de school voor. Onder een afdakje is een verhoging waarop jongens van diverse leeftijden les krijgen. Mijn oog valt op de kaftloze, uiteen gevallen boeken die dienen als lesmateriaal. Ze dragen hier geen schooluniform en ik heb het idee dat alle jongens uit dit kleine dorp naar deze school gaan.  
Wanneer de jongens weer allemaal rustig zitten worden we nieuwsgierig gadegeslagen. We laten Patteh vertellen wat we komen doen en de ballen worden via hem aan de jongens gegeven. Ze zijn Patteh enorm dankbaar dat hij ons naar hen heeft gebracht en waarderen ons gebaar enorm. Hier is duidelijk helemaal niets en het is echt fijn dat we hen twee ballen kunnen geven, zodat er gevoetbald kan worden in hun pauzes en vrije tijd. Ze besluiten voor ons te bidden (zie video's). We worden na het geven van de handjes uitgezwaaid en ook de dames aan de kant van de weg roepen ons vriendelijk na. 


Onderweg terug vertelt Patteh ons dat de de jonge meester hem heeft gevraagd of hij nog eens wilde komen met toeristen die bananendozen met bijvoorbeeld tweedehands kleding hebben. Patteh zegt dat hij deze bezoeken zelf ook een leerzame ervaring vindt. Mooi om te zien dat het aan beide kanten zo werkt. Ondertussen draaien mijn radertjes op volle toeren en denk ik na over hoe we bananendozen op dit schooltje in Banyaka kunnen krijgen. Ze kunnen hulp hier goed gebruiken  

De kinderen genieten zichtbaar van de bezoeken aan andere kinderen. We hebben nog een paar ballen in het hotel liggen en zullen met Patteh overleggen waar we die het best weg kunnen geven. 

Het is een dag om te herinneren.

Foto’s

3 Reacties

  1. Marjo:
    8 maart 2019
    Ik wil niet in herhaling vallen eigenlijk, maar wat een mooie belevenis moet dit voor de kinderen (en jullie) zijn, met een herinnering voor het leven.
    En dan over het feit dat binnen één familie, zowel moslims als christenen samen kerst vieren..... Kunnen ze hier nog wat van leren!
    Ik kijk weer uit naar het volgende verhaal. Xx
  2. Willie de greef:
    8 maart 2019
    mooi reis verslag
  3. Dirk:
    8 maart 2019
    Wat een belevenis zal dit voor voor Sarah en Stijn wezen